Als ik maak, maak ik met mijn hele lichaam. Mijn lichaam fungeert als het ware als een gereedschap om wat ik voel om te zetten in beweging en zodoende in beeld. Ik vind het maken ook een heerlijk manier om mijn hoofd leeg te krijgen, niet dat ik nergens aan denk tijdens het maken, integendeel. Als ik maak is er alleen plaats voor gedachten over het maken. Toen we het tijdens de lessen hadden over verschillende vormen van maakonderzoek waren "maken met het lichaam" en "Maken om het maken" dan ook de vormen van maakonderzoek waartoe ik mij het meest voelde aangetrokken.
Mikal en ik hebben een workshop ontworpen die leerlingen via muziek en dansbewegingen laat komen tot het maken van een beeldend werk vanuit beweging. Door verschillende soorten muziek te gebruiken wilden we onderzoeken of de verschillende emoties die deze muziek oproept, leidt tot een andere vorm van bewegen en zodoende tot een andere expressie in het beeldend werk. Helaas voelde de mensen die onze opdracht moesten uitvoeren zich niet vrijgenoeg om te dansen op de WDKA. Ze hebben wel getekend op muziek, maar hebben ook andere muziek gebruikt dan de door ons geselecteerde nummers. Hierdoor hebben we de opdracht niet goed kunnen testen.
Wat wel duidelijk uit dit onderzoek naar voren komt is dat er bij sommige mensen een enorme drempel is om te dansen. Dit is zeker ook iets om rekening mee te houden bij leerlingen. We dachten dit al gedaan te hebben in de opdracht, door het danden heel geleidelijk op te bouwen vanaf gewoon lopen, maar blijkbaar was dit nog niet genoeg. Ik zou deze opdracht daarom alleen uitvoeren bij een kleine groep bovenbouw leerlingen die bewust voor het vak kunst hebben gekozen (al geldt dat uiteraard ook voor studenten aan de WDKA).
Comments